IK BEN... Linda: ‘Nergens sta je zó dichtbij als in de zorg’
Al ruim dertig jaar legt Linda Verspeek-Geraedts (50) uit Weert haar ziel in de zorg voor cliënten van Land van Horne. En dat gaat nooit vervelen, zegt de Weertse die sinds september 2016 zorgcoördinator is van een kleinschalige woonvoorziening in zorgcentrum St. Joseph in Nederweert. “In geen enkel ander vak kun je zoveel voor iemand betekenen.”
Hoe nuchter ze van nature ook is, afgelopen januari hield ze het maar ternauwernood droog. Een van de bewoners, een man met Parkinson en vasculaire dementie, kreeg na lange, intensieve gesprekken toestemming voor euthanasie. Als zorgcoördinator mocht Linda de cliënt en zijn familie in het hele traject begeleiden. “Het voelt als een voorrecht dat je in die laatste fase van het leven zo dicht bij mag zijn. Dat je er samen met alle professionals om je heen voor kunt zorgen dat iemand op een waardige manier kan sterven. Tegelijkertijd is het natuurlijk heel droevig en emotioneel. Deze man heeft ruim een jaar bij ons gewoond. We hebben een warme band met hem opgebouwd, gaan hem missen.”
Als kind had Linda lange tijd geen idee wat ze wilde worden. Tot een tante haar attendeerde op de opleiding Verzorgende IG. Het bleek een gouden advies. “Het is heel fijn om voor een ander te zorgen. Daarbij is er in de zorg altijd werk en kun je zelf kiezen hoeveel uur je wil werken.”
Ruim dertig jaar is Linda verbonden aan Land van Horne. De eerste twaalf jaar werkte ze als verzorgende en zorgcoördinator in het ‘oude’ Martinus. Na de geboorte van haar derde kind stapte ze over naar de thuiszorg om enkele jaren later aan de slag te gaan als medewerker zintuigactivering voor dementerende cliënten. “Daar heb ik veel geleerd, ook over mezelf. Het is prachtig om te zien hoe kwetsbare ouderen met muziek tot rust komen en hun gevoel tot uiting brengen.”
Kwaliteit van leven
De kennis en ervaring die de geboren Weertse in al die jaren opbouwde, komt nu samen in haar huidige baan in zorgcentrum St. Joseph in Nederweert. Als zorgcoördinator van een kleinschalige woongroep van twaalf psychogeriatrische cliënten werkt Linda met haar “hoofd, handen en hart”. “Als verzorgende wil ik weten voor wie ik zorg. Ik wil de bewoner zo goed mogelijk leren kennen, luister naar de persoonlijke wensen en behoeften. Vervolgens probeer ik de cliënt, in nauw overleg met de familie en mijn zorgcollega’s, zo goed mogelijk te verzorgen en begeleiden. Van dag tot dag kijken we hoe het gaat. Of de bewoner zich comfortabel voelt en of we niet teveel van iemand vragen. Welzijn schrijven we met hoofdletters. Ook in de diepe herfst moet het leven voor mensen de moeite waard blijven.”
Linda zorgt niet alleen, ze coördineert ook de zorg in de woongroep. De Weertse voert opnamegesprekken, maakt zorgplannen, loopt visites met de arts en buigt zich in een multidisciplinair kernteam over cliënten die extra zorg en begeleiding nodig hebben. “Juist die afwisseling maakt mijn werk zo aantrekkelijk. Ik kan enorm genieten van de ongedwongen sfeer in onze huiskamer. Als iedereen er goed verzorgd en ontspannen bijzit. Maar ook uit de maandag, met de artsenvisite en het kernteamoverleg erbij de drukste dag van de week, haal ik veel voldoening. Als alles weer op de rit staat en ik per bewoner precies weet hoe het gaat en wat er is afgesproken. Ook dáár word ik blij van. Zoals ik ook gelukkig word van mijn collega’s. We zijn allemaal anders, maar samen zijn we een super team”, vertelt Linda die met haar man Ronald en hun drie dochters Isa, Luka en Noa in Boshoven woont.
Geluksmomentjes
Het lijdt geen enkele twijfel: Linda is gegroeid in haar vak. Na dertig jaar weet ze precies wat ze moet doen. Ze heeft vertrouwen in zichzelf en durft ook fouten te maken. “We zijn allemaal mensen en dus laten we allemaal wel eens een steekje vallen. Helemaal niet erg, daar word je alleen maar sterker van. Zoals iedereen, leer ook ik nog elke dag.”
Linda ervaart haar job niet als zwaar. Dat komt door de vele geluksmomentjes die haar werkweek kleuren. “Een tijdje geleden is er een nieuwe mevrouw bij ons komen wonen. De situatie thuis was onhoudbaar geworden. Haar man was overleden, tot het laatste moment hadden zij het samen kunnen rooien. Maar na zijn dood ging het niet meer. Ze was boos en opstandig, wilde niet naar een verpleeghuis. Maar toen zij eenmaal bij ons op haar plek zat, kwam ze tot rust.
En nu bedankt ze ons elke dag uit de grond van haar hart. ‘Fijn dat we het zo goed met elkaar vinden hè’, zegt ze dan. Prachtig! Ervaringen als deze wennen nooit. Daarvoor ben ik dertig jaar geleden de zorg ingegaan.”
Tekst geschreven door Bas Poell
Fotografie door Marieke Zentjes